hoed
Wat mij interesseert
Beelden en verhalen van ver en dichtbij

Scheepswrak_Zeewolde

De foto laat het achterschip zien met ijzeren en messing platen van de vuurplaats in de leefruimte van de schipper.



Schip met huisvuil in Zeewolde


In het Horsterwold in Zeewolde ligt een scheepswrak. Het is gezonken in de tweede helft van de 19e eeuw en was geladen met huisvuil.


Op het moment van het ongeluk bevond het schip zich 6,5 km ten noordoosten van de haven van Nijkerk en 10 km ten zuidwesten van de haven van Harderwijk. De waterdiepte ter plaatse bedroeg 1,40. [Gemiddeld laagwater, Hydrografische kaart 1921]

In 1973 is het schip ontdekt. Het heeft een lengte van ca. 17 meter en een breedte van ca. 4,5 meter. Zoals gebruikelijk in die tijd is het 'ingemeten' en is een bescheiden onderzoek gedaan waarna het is toegedekt met aarde. In 1982 is het herverkend door de Nederlandse Jeugdbond ter bestudering van de Geschiedenis (NJBG) en in januari 2004 heeft een booronderzoek plaatsgevonden in het kader van de Actualisatie van de Archeologische monumenten Kaart Flevoland 2003-2004 (AMK). Het onderzoek in 2019 is uitgevoerd onder leiding van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) in het kader van de opleiding van studenten maritieme archeologie (een zogenaamde 'fieldschool').

Door de lage grondwaterstand is de kwaliteit van het scheepshout matig. Hout van scheepswrakken conserveert beter als het nat is in een zuurstofloze toestand.

De waardevolste, nog aanwezige, wrakken in Flevoland zijn op een speciale manier 'ingepakt' zodat ze nat blijven. Dat is met dit schip niet gebeurd en het zal dan ook verder vergaan in de bodem van de polder.

Bij dit onderzoek zijn het achterschip en een deel van het voorschip uitgegraven.
Op het achterschip bevonden zich de verblijfsruimten voor de schipper.
Het schip heeft een vlakke bodem en een hoekige kim. Het wordt gekarakteriseerd als een (praamachtig) vrachtscheepje.

Het schip vervoerde afval. Mogelijk werd het afval gebruikt als bemesting voor gronden.
Er zijn botjes van eenden en schelpen van oesters aangetroffen. Dat geldt als luxueus eten in de 19e eeuw. Een hypothese is dat het hier gaat om stadsafval (van rijke lui in het westen van het land) voor bemesting van gronden (van arme lui in het oosten van het land).

Van de schipper zijn alleen gebruiksspullen gevonden. Het water stond op deze plek in de Zuiderzee niet erg diep, dus het is goed mogelijk dat hij, inclusief natte voeten, is opgepikt door een ander schip.

De oorzaak van het ongeluk is niet duidelijk. Het scheepshout zal dendrochronologisch worden onderzocht.

De foto laat het achterschip zien. De schelpenlaag (links onderin de foto) is gevormd omstreeks 1700. De plastic buis (rechts onderin) heeft niets met het scheepswrak te maken, maar is een verbinding tussen twee sloten en is aangelegd vlak na de inpoldering. Bij werkzaamheden aan één van de poldersloten is het voorschip van het wrak beschadigd.

Bezocht op 13 juli 2019.